Uit overlevering weten we dat het oudst bekende postkantoor was gevestigd in de villa van burgemeester Dautzenberg, daar waar nu de parkeerplaats is voor het mortuarium. Ook weten we dat hij destijds werd bijgestaan door drie postbodes. Op de foto uit 1920 v.l.n.r. J.Moonen, B. Bollen, kantoorhouder burgemeester Dautzenberg en M.Muys.
Verder kennen we nog het oude postkantoor dat gevestigd was in de linkervleugel van de oude dorpsschool aan het Kerkplein. Daarna werd er een nieuw postkantoor gebouwd met een woning voor de kantoorhouder, schuin tegenover het huidige gemeentehuis. De woning, nummer 51, was de woning van de kantoorhouder Pierre Teunissen die daar samen met zijn vrouw Isabelle en hun zoon Frans woonden. De gestileerde postduif met brief tegen de gevel van het woonhuis getuigt nu nog van de oorsprong van het pand. Vanuit het woonhuis was er een deur naar de kantoorruimte. De oude vleugel links naast het huis was vrij klein daarom is deze later gesloopt en kwam er een groter gebouw dit ten koste van de moestuin van de kantoorhouder.
In 1965, ik was toen bevriend met Frans Teunissen, ben ik gaan werken als "belleman" in het postkantoor Voerendaal. Als belleman nam ik het werk over van Hub Klinkenberg, de bladenman. Met de fiets bezorgde ik telegrammen en expressestukken in Heel Voerendaal, Kunrade, Ubachsberg, Colmont, Winthagen en Ten Esschen. Voor mij was het een begin van een carrièrre bij Tante Post die duurde tot oktober 2005.
Het personeel van het postkantoor waar ik in 1965 binnenkwam, bestond uit de kantoorhouder Teunissen die geassisteerd werd door zijn vrouw en verder vijf postbodes: Peter Frusch, Harie Offermans, Jo Pieters, Sjef Paas en Reinhart Rothkrans. Ik was dan toegevoegd als belleman. Heel Voerendaal werd verdeeld in vijf bezorgwijken die destijds door de postbodes twee keer daags van post werden voorzien.
's Morgens, rond zes uur kwam de postauto uit Heerlen aan met enkele zakken post. Gewone briefpost, drukwerken, pakjes en pakketten. Daarnaast waren er ook nog aangetekende brieven en brieven van de rechtbank, dagvaardingen om voor te komen.
De vijf postbodes sorteerde de post op de vijf wijken door vijf hoopjes te maken op hun tafel. Daarna pakte ze allemaal hun eigen hoopje en sorteerde dat weer uit op straat in hun eigen houten kasten. Vervolgens werden de poststukken per straat op huisnummervolgorde gelegd, gebundeld en in de fietsentas gedaan waarna de postbodes de straat op gingen, ieder naar hun eigen wijk.
Dit ritueel herhaalde zich in de middag rond vier uur nog een keer maar dan met veel minder post.
De kerstperiode was altijd erg druk, ook voor de postbodes van Voerendaal. Jo Pieters had een vaste wijk en bezorgde in zijn woonplaats Ubachsberg de post. De hoeveelheid post was voor Jo te veel om op zijn fietsje in een keer mee te nemen. Het grootste deel van de post voor Ubachsberg werd dan ook in twee grote postzakken gedaan en deze werden met de transportfiets naar de bushalte op de Bergseweg gebracht. De zakken werden op de bus gezet en de buschauffeur nam die mee tot in Ubachsberg waar hij ze uit zijn bus "schopte" en weer verder reed. De plaatselijke kruidenier Math Bemelmans, zette ze dan netjes binnen waar Jo ze kon ophalen.
Eén keer is mij gevraagd om de twee zakken naar de bushalte te fietsen. Ik werd op de fiets gezet en de twee zakken voorop. Vervolgens werd ik door twee postbodes aangeduwd en hoefde ik alleen maar te sturen en te trappen. Die zware zakken voorop op de transportbeugel maakte het sturen bijna onmogelijk en ik gebruikte dan ook de hele breedte van de Hogeweg richting Kunderlinde. Nu kan ik me zo voorstellen dat die vijf postbodes me lachend hebben nagekeken hoe ik de hele weg al slingerend naar de kunderlinde fietste.
Kerstmis 1966 was voor mij de vuurdoop als echte postbode. Mij werd gevraagd of ik de postbezorging in de gehuchten wilde doen. De gehuchten met uitzondering van Ten Esschen, waren onderdeel van de wijk van Jo Pieters. Het was een extreme winter met vooral veel, heel veel sneeuw. Van Harie Offermans kreeg ik een lange zwarte postcape te leen. Dat ding was lekker warm, maar wel zwaar. Met de volle fietsentas achterop reed ik naar de eerste adressen in het buurtschap Op gen Hek en vandaar verder naar Winthagen. Het eerste stukje tot en met Op de Beek kon ik nog wel fietsen maar daarna werd de sneeuw te hoog en kon ik alleen nog maar de fiets voortduwen door de sneeuw. Aangekomen in Winthagen zag ik er blijkbaar al koud en verkleumt uit. De boer op het eerste adres nodigde me uit om bij de warme kachel een kopje soep te eten. Ik was 16, wist niks van de wereld en durfde niet te weigeren. De soep was lekker en warmde me ook wel enigzins op. "Hie jong, pak dich nog inne jonge" zei de boer en schonk me een glaasje jonge jenever in. Ik voelde de alcohol door mijn slokdarm naar mijn maag gaan en ik moet toegeven het gaf een warm gevoel van binnen. Van Winthagen ging het via de Koekoeksweg naar de hoeve "Kruutzhof". Ploegend door de hoge sneeuw en door de snijdende wind op het plateau van Ubachsberg kwam ik bij de boerderij aan. Inmiddels hingen de ijspegels alweer aan mijn neus. Ook nu weer een meevoelende boer die mij een warm plekje bij de kachel bood. Even schuilen voor de gure wind was welkom. En ook deze boer kwam met hetzelfde recept. Weer voelde ik de warme gloed naar beneden glijden en werd ook een beetje licht in mijn hoofd.
Van de Kruutzhof naar Colmont, daar de post bezorgd en dan verder via Ubachsberg naar de volgende buurtschap, Mingersborg. Mijn kouwe vingers krampachtig om de bundel post, verloren de grip en de gladde kerstkaarten glipte uit mijn hand, midden in een open goot waar een stroompje dat verschrikkelijk stonk naar pis, zijn weg omlaag zocht. Piet Janssen, een postbode uit Heerlen en inwoner van Ubachsberg, kwam heel toevallig met zijn bromfiets langs rijden en zag mij beteuter staan kijken. Hij kwam meteen in actie, raapte samen met mij de post op en zette hem weer keurig op loopvolgorde. Dankbaar nam ik de bundel weer aan en ik ging verder met de postbezorging. De bewoners zullen hun neus wel hebben opgehaald bij deze stinkende kerstkaarten. Via de molen op de Vrouweheide ging ik naar de boerderijen in de Dael, de laatste adressen waar ik post bezorgde. Intussen voelde ik me al niet te lekker. Niets gewend en toch al enkele neutjes achter de kiezen. Dezelfde route heb ik toch enkele weken rond de kerstmis uitgevoerd, maar dan zonder de neutjes die ik na die ervaring netjes weigerde.
In het voorjaar daaropvolgend werd ik overgeplaatst naar het postkantoor in Heerlen. Nog een keer ben ik teruggeweest op het postkantoor Voerendaal als plaatsvervangend kantoorhouder en heb daar weer even samengewerkt met sommige van mijn oud collega's.
Voerendaal heeft geen postkantoor meer, net als alle andere kleine maar ook grote plaatsen. Ook de postbodes zijn er niet meer in Voerendaal. Alles is anders, postbezorgers vullen nu de brievenbussen en voor postzegels, die alleen nog maar in velletjes van 10 stuks worden verkocht, moeten we naar de supermarkt.
Het oude postkantoor in de villa van Burgemeester Dautzenberg lag in het linkergedeelte. In het rechterdeel was het woonhuis van de burgemeester. Het meest linkse raam op de foto was vroeger de deur naar het postkantoor.
Later verhuisde het postkantoor naar de linkervleugel van de oude dorpsschool.
Uiteindelijk vertrok het postkantoor uit de dorpskern van Voerendaal en koos de PTT voor een nieuw gebouw centraal tussen Voerendaal en Kunrade. De grootse uitbreiding van het dorp sinds jaren stond er aan te komen. Tussen Voerendaal en Kunrade kwam de eerste nieuwbouw, in 1959 werden de woningen aan de Lindeweg opgeleverd. een jaar later startte men met de nieuwbouw van het postkantoor.
Inmiddels is ook dit postkantoor verlaten. De postbodes gingen in eerste instantie naar het bestelkantoor in Heerlen In de Cramer en werden later vervangen door postbezorgers. In tegenstelling tot postbodes mogen postbezorgers geen aangetekende brieven en pakjes bezorgen. Postbezorgers waren daarom goedkoper voor het postbedrijf.
De postbode op zijn fiets door de landelijke omgeving. Een "vrij beroep" met vele sociale contacten.
Het oude logo van het Staatsbedrijf der PTT en de oude cijferzegels, waarvan de zegel van 5 cent nog tot ver in de zeventiger jaren te koop was. Toen kon je de postzegels nog per stuk kopen.