Het melkfabriekje was gelegen aan de Heerlerweg op huisnummer 14, links naast de garage en rijwielhandel van Frans Cordewener.
Later werd in dat huis de kapperszaak van de de familie Bisschops gevestigd. Het pand staat er nog steeds
Zelf kan ik mij het melkfabriekje in bedrijf niet meer herinneren, wel zit er voor ons, zeker voor mijn moeder een droevige herinnering aan.
Het was in de oorlog van 1914-1918 en mijn moeder had met haar eerste man Theodorus Verspaget drie kinderen, drie meisjes.
Haar man was militair en deed dienst in de loopgraven langs de grens van België. Daar werd hij ziek en tobde met zijn gezondheid. Het gezinsinkomen was mager omdat Theo Verspaget te vaak ziek was en daardoor geen vast werk had. Mijn moeder zorgde voor een groot deel van het gezinsinkomen en verdiende met diverse karweitjes extra geld. Bij mensen ging ze wassen en strijken. Ook werkte ze enkele uren per week in het melkfabriekje aan de Heerlerweg. Haar twee oudste meisjes zaten op school en de jongste, Emma van twee jaar ging met moeder mee als ze werkte in het melkfabriekje. Gewoonlijk was Emma in de buurt en je hoefde niet echt op haar te letten.
Op zekere dag gebeurde er iets vreselijks, Emma speelde in de buurt van de grote voorraadbak waar kokende melk in zat. Ze viel voorover in de voorraadbak en overleed ter plaatse. Mijn moeder en haar man Theo waren ontroostbaar bij dit grote verlies. Het gezin ging elke week naar het grafje van Emma op het kerkhof. In 1925, zeven jaar na dit voorval, overleed Theo Verspaget als gevolg van zijn zwakke gezondheid en werd dicht bij het grafje van zijn dochtertje begraven
In 1927 hertrouwde mijn moeder met Willem Clemens, ik werd in 1928 geboren. Mijn moeder heeft over dit drama en over die moeilijke tijd als alleenstaande moeder vaak verteld. Met allerheiligen en andere kerkelijke feestdagen, bezochten mijn ouders, mijn twee halfzussen en ik altijd het graf van de eerste man van mijn moeder en ook het graf van mijn halfzusje Emma, dat ik dus nooit heb gekend.
Het melkfabriekje bestaat al heel lang niet meer. De kapperszaak van Bisschops is er er ook niet meer. Het pand is nu een charmant woonhuis met hoge puntgevel en karakteristieke trapjes voor de voordeur.
Gezien de tragedie van dit alles, zal ik het verhaal van het melkfabriekje, vaak door mijn moeder vertelt, nooit vergeten.
Mathieu Clemens.
Tegenwoordig halen we alles in de supermarkt.
In Voerendaal was lange tijd geen supermarkt maar dat gaf niet we hadden verschillende winkels waar je alles kon krijgen.
Tante Jet, Mathieu Voncken, kinderen Senden, Familie Houtbeckers, Huub Huynen in Kunrade en zijn broer aan de Tenelenweg. Daarnaast had je nog groenteboeren zoals Eussen op het Laurentiusplein, er zat er nog een vlak naast de winkel van Mathieu Voncken en een tegenover melkboer Leunissen aan de Keerberg. (wie de namen weet mag het mailen)
Verder hadden we nog enkele bakkers zoals Cloodt, Delsing, Muijs, Van Veen en een echte visboer, Gorissen.
Overal waren er wel winkels voor, behalve voor melk.
Melk werd langs de deur gebracht, eerst in grote bussen waaruit de melkboer dan een hele of halve liter melk tapte en die in een kan overgoot. Later kwam de melkboer langs de deur met metalen rekken waar literflessen of halve literflessen in stonden. Daarna gingen de melkboeren zich toeleggen op allerlei andere producten in z.g. rijdende winkels. Iedereen heeft wel eens gehoord van de SRV.
Onze melkboeren uit de vijftiger jaren waren Rohen aan de Heerlerweg met paard en wagen tot in lengte van jaren,
Sjef Kicken aan de Kunderbergstraat, ook eerst met paard en wagen maar al vlug in de vijftiger jaren met een volkswagenbusje. Zijn zoon Sjef Kicken junior volgde zijn vader op met een rijdende winkel. En zoals ik al eerder aanhaalde, Melkboer leunissen aan de Keerberg.