Als ik dit verhaaltje schrijf is het binnenkort alweer Kerstmis. Enkele herinneringen die ik persoonlijk aan Kerstmis heb in ons dorp, wil ik hier graag delen. Niet omdat ze zo bijzonder zijn, maar het laat zien hoe wij in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw Kerstmis beleefden.
uiteraard is Kerstmis onlosmakelijk verbonden met de kerk. Het was dan ook traditie om in de kerstnacht de nachtmis bij te wonen. Als kind ging je gewoon om zeven uur naar bed, maar met Kerstmis werd je tegen elf uur gewekt. Het was donker en er hing een vreemde sfeer. Je kreeg je zondagse plunje aan en daarna ging je aan de hand van vader of moeder naar de kerk. De kerkklokken dreunden door het stille dorp en riepen de gelovigen naar de kerk. Als het gesneeuwd had, voelde en hoorde je de sneeuw onder je voeten kraken. Heel onwezenlijk was dit voor een jongetje van zes. Als je laat kwam, kon je de hele mis blijven staan zo vol was het in de kerstnacht in de kerk. De nachtmis was een drie-heren mis dat wil zeggen dat er drie priesters op het altaar stonden. De pastoor werd bijgestaan door twee kapelaans en wel vier misdienaars. De hele kerk ademde een plechtige kerstsfeer en de gelovigen vooraan in de kerk een hoop wierook, je was blij als die ellenlange mis was afgelopen en je weer naar je bed kon.
Ook de plaatselijk fanfare droeg zijn steentje bij aan de kerstnacht. Enkele leden van de fanfare trokken van lantaarnpaal naar lantaarnpaal (natuurlijk vanwege het licht op hun muziekblaadje) en brachten daar op hun blaasinstrumeneten traditionele kerstliedjes ten gehore, meestal beginnend met "Stille nacht Heilige nacht". Wij keken dan door de gordijnen naar buiten. Ik heb het beeld nog op mijn netvlies. Koukleumende mannen in dikke jassen met hun instrument. Dikke sneeuwvlokken vielen in het licht van de lantaarnpaal op de besneeuwde grond. Als ze klaar waren trokken ze verder naar een volgende lantaarnpaal.
Even de sfeer proeven? beluister de fanfare.
Natuurlijk ademde ook in die tijd elke winkel wel een kerstsfeer, minder overdadig dan nu en geduldig wachtend tot Sinterklaas voorbij was. Tegenwoordig beginnen ze al eind september met kerstreclame. Het lijkt wel of Sinterklaas er niet meer toe doet. Hier en daar stonden er in ons dorp kerstbomen met verlichting, dat is nu niet anders, verschil is wel dat tegenwoordig niet alle kerstbomen verlichting hebben en als dat wel zo is, hangen de lampjes buiten bereik van vandalen. Er is dus toch wel iets veranderd.
Het gezin zat 's avonds rond de kerststal en zong kerstliedjes. In het begin waren er nog geen cadeautjes onder de kerstboom, je had immers al genoeg gehad met Sinterklaas. Ik kan me nog herinneren dat we in goed overleg besloten om met sinterklaas geen cadeautjes meer te geven, maar alleen nog met kerstmis. Veel later kwamen er met Sinterklaas surprises en gedichtjes, maar dat terzijde.
Traditioneel kwam er een kerstmenu op tafel. De voorbereidingen daarvoor begonnen al vroeg in de morgen. De kerstmaaltijd duurde altijd erg lang en er werd veel te veel gegeten. Een traiteur kwam er destijds niet aan te pas, dat was veel te duur. Moeder stond in de keuken en deed haar uiterste best. Ik kan me niet herinneren of ze daarbij hulp kreeg. Uiteraard gingen we natuurlijk op kerstvisite bij opa en oma waarbij we de rest van de familie troffen. Van oma kregen we dan altijd een klein glaasje zoete rode wijn.
Een specialiteit die haast in elk Limburgs gezin met de Kerstmis op tafel kwam was konijn in het zuur.
Ik herinner me goed dat op een dag in november onze achterbuurjongen Mathieu Lemmens de keuken kwam binnen lopen met een jute zak over zijn schouder. Mijn vader had hem blijkbaar besteld. Hij kiepte de jute zak leeg op de keukenvloer en daar huppelde zo maar drie verdwaasde konijnen door de keuken. Na enig beraad met mijn moeder wees hij een konijn aan, "doe die maar". Mathieu pakte de konijnen een voor een bij de oren en stopte ze terug in de zak en vertrok.
Met de Kerst lag "die maar" te dampen in de pan.