Ten Esschen, een buurtschap van de gemeente Heerlen, behoorde tot de gemeentelijke herindeling van 1982 tot de gemeente Voerendaal.
De oude autoweg liep door de wijken van de gemeente Heerlen, en vormde tijdens de wereldkampioenschappen wielrennen in 1967 de finishplaats. Vlak achter de finishplaats liep deze autoweg dood en eindigde tegen het voetbalveld van het Hezerveld. De autoweg werd later doorgetrokken naar de grensovergang richting Aken. Het uiteindelijke resultaat was dat veel doorgaand verkeer vanuit het noorden deze autoweg ging gebruiken om naar Duitsland te rijden. De veel te drukke weg werd een belasting voor de bevolking in de aangrenzende wijken en men besloot om een snellere verbinding te maken parallel aan de oude autoweg maar buiten Heerlen om. Deze nieuwe autoweg werd de uiteindelijke begrenzing van de gemeente Heerlen en Voerendaal waardoor Ten Esschen naar de gemeente Heerlen overging. Het buurtschap ligt nu ingeklemd tussen twee autowegen.
De Esschenhof was een voormalig Leengoed waaraan het buurtschap zijn naam ontleent. Ook de nabij gelegen hoeve de Struyver en Huize Prickenis waren leengoederen die eigendom waren van de bisschop van Keulen.
Over Ten Esschen liep een Romeinse handelsweg die van Keulen via Jülich en Ten Esschen langs de Villa Rustica aan de Steinweg aansloot aan de Via Belgica, de Romeinse legerweg die van Boulogne-sur-Mer, aan de Franse kust naar Keulen (Colonia Claudia Agrippensia) liep.
De voormalige Hoeve Ten Esschen, die geheel verdwenen is en waarvan hoeve De Struyver de opvolger is, was de oorsprong van het buurtschap Ten Esschen. Hieruit ontwikkelde zich het huidige buurtschap. In de 14e eeuw wordt Reyner Van den Esschen als leenman genoemd en in 1519 Lens van Esschen. Heyntgen Ubachs, geboren rond 1535, gehuwd met Lysken van den Esschen, komt samen met zijn broers en zussen op 1 augustus 1559 in bezit van het leengoed Ten Esschen met bijbehorende weilanden en landerijen, de familie Ubachs had familiaire banden met het riddergeslacht Van Reterbeek, de latere graven van Schaesberg afkomstig van het nabijgelegen kasteel Retersbeek. In 1755 en 1774 werd hoeve Ten Esschen slachtoffer van overvallen door de roversbende bokkenrijders. De Hoeve lag op het kruispunt van de weg Heerlen - Lotbroek en Voerendaal - Hoensbroek.
Door het verleggen van van de stadsautoweg in zuid-westelijke richting kwam de hoeve in gedrang, verviel en werd in 1975 gesloopt.

De oude hoeve Ten Esschen lag tegenover dit wegkruis in feite is dit wegkruis een "cenotaaf". Hierover straks meer.
Den Struyver
In het jaar 1500 werd voor het keurkeuls leenhof te Valkenburg Johann von Benssenraide beleend met het oorspronkelijke leengoed met motteburcht of kasteelhoeve Den Struyver zu Geisbach. Na zijn dood in 1543 werd zijn schoonzoon Johann von Schwarzenberg met het goed beleend. De huidige carréboerderij werd in 1742 door de Heer van Terworm Baron Wynand Theodor van Wijlre gebouwd, mogelijk als opvolger van een vervallen eerdere hoeve.

Hoeve Den Struyver
Prickenis
Ook Klein Geisbach genaamd, een voormalig riddergoed, gedeeltelijk Keuls- en Valkenburgs- Wickrader leengoed.
Begin 12e eeuw kwam het land van Herle in het bezit van de graven van Ahre (Altenahr, Duitsland) 1121 graaf Theodorik de Are. De uit dit geslacht afkomstige Konrad von Hochstaden, aartsbisschop van Keulen (1238 - 1261) zijn broer graaf Lotharius van Daelhem was van 1197 tot 1237 Heer van Heerlen, in de 12e eeuw kwam door huwelijk een verbinding tot stand met het geslacht von Wickrade, dit verklaart de vele Keulse en Wickrader lenen in de Heerlense omgeving. In 1381 werd Koenraad Prick van Geijsbach leenman van het Keurkeulse leengoed. Prickenis ligt nu verscholen in het groen op een idilische plek. Het was sinds 1958 het woonhuis en atelier van de kunstenaar Cor van Geleuken en zijn vrouw, een voormalige onderwijzeres van de St. Jozefschool.

Prickenis of Klein Geisbach
Cenotaaf
Dit wegkruis of cenotaaf bevindt zich op de kruising Esschenweg-
Deze cenotaaf is uit 1767, een cenotaaf is een grafteken dat wordt opgericht ter nagedachtenis aan overledenen van wie het stoffelijk overschot ergens anders is begraven of onvindbaar is. Volgens de overlevering zou het dochtertje van een gravin door een ongeval met een koets op deze plek zijn overleden. Het is te vergelijken met de huidige gedenktekens die we langs de kant van de weg vinden ter nagedachtenis aan iemand die in de nabijheid van het gedenkteken is verongelukt.
|