Uit het Limburgs Dagblad van 9 maart 1950.
bewerkt door: Wim Reubsaet,  10 maart 2017

Als de drank is in de man, dan is de wijsheid in de kan.

In Voerendaal was de jaarmarkt rond de 10e augustus, het naamfeest van St. Laurentius de patroonheilige van Voerendaal.
We schrijven 11 augustus 1765 als er in Voerendaal een kermis is met alle atracties van die tijd: waarzeggers, kwakzalvers, vreemde dieren, dansende beer, vrouw met baard, liliputters of juist extreem lange mensen maar ook handel van allerlei spullen en natuurlijk lekkere hapjes.
De herbergen in die tijd deden ook goede zaken.
Het was kermismaandag 12 augustus 1765 en behoorlijk druk in de Herberg van Sander Merkelbach. Deze Herberg en panhuis lag vroeger op de hoek van de Jeustraat en de Hogeweg en stond bekend onder de naam,
"I gen Dreck".
Enkele Heerlenaren die de kermis in Voerendaal bezocht hadden en in oude procestukken met name worden genoemd, bevonden zich onder de aanwezigen. Verder worden vermeld Johannes Peter Meyers, de zoon van de halfwin van Haeren, Johannes Raven, de zoon van de pachter van Puth, Willem Meys, de zoon van de pachter van Den Driesch, drie gebroeders Schröder van Cortenbach en Jan Vernaus van Steenenis. Allen stevige boerenzoons van de grote hoeven die om Voerendaal gelegen zijn. Die voerden natuurlijk het hoogste woord. Tevens waren er nog een paar boerenknechten van de hoeven Peereboom en de Rouwenhof naast Servaes Vijgen uit de Jeustraat als boerenknecht werkzaam op Cortenbach. Dan was er nog Albert Maes, leerlooiersknecht bij Nijssen die zijn looierij naast de kerk te Voerendaal had en tevens schepen was van de hoofdbank Heerlen.

Zoals ook toen al de gewoonte was, werd er met de kermis flink aan Bachus geofferd. Het bier was best en de dorst groot, en zo gleed er heel wat door de kelen. De gemoederen raakten verhit. Het gesprek ging over de "gesepareerde vrij-spelen", die met de kermis in Voerendaal gehouden werden. Er schijnt op Limburgse manier aardig "gevreigeld" te zijn. Op een gegeven ogenblik wendde Johannes Peter Meyers zich tot Raven, en zei: "Segt het maer regt uyt wie dou meinst!" Het antwoord liet niet lang op zich wachten, al was het anders dan Meyers zich gedacht had. Jan Vernaus van Steenenis greep een ketting uit de schouw (die daar hing, om de ketel aan te hangen) en onder de uitroep: "dou bist maer een lijmstrijker!", begon hij het offensief. Meyers werd "dapper geslaegen", zoals hij het zelf achteraf verklaarde. Nu schijnt deze Meyers niet erg populair te zijn geweest in het gezelschap. Ook anderen voelden zich tenminste genoodzaakt, aan het gevecht deel te nemen. Het slachtoffer Meyers vertelde later voor de heren van justitie, dat Servaes Vijgen uit de Jeustraat hem met een bierglas op zijn hoofd sloeg, "dat 't selve aen stucken daervan gevlogen is". De gebroeders Schröders van Cortenbach lieten hun stokken op zijn lichaam dansen, dat het een lieve lust was. Een knecht van de hoeve Peereboom had reeds een stoel gegrepen, om Meyers de genadeslag te geven. Maar zover zou het gelukkig niet komen. Eensklaps werd er geroepen: "Hout op want hy heeft den kop in". Hieraan dankte Meyers zijn redding. De waard Sander Merckelbach, had bij dit alles lijdelijk toegezien. Nu greep hij het slachtoffer in zijn nek. Hij voegde hem toe: "Dou gaudief, zouwst dou mich weer rusie in mijn huys aenvangen?" en wilde hem buiten de deur werpen. Meyers trachtte zich te verweren, maar dit was voor de overigen het sein om het pak slaag nog eens dunnetjes over te doen. Het regende opnieuw slagen op hem en zijn beste jas werd in stukken gescheurd. Meyers zal wel een zucht van verlichting geslaakt hebben, toen hij eindelijk de sterrenhemel boven zich zag.
De justitie stelde een streng onderzoek in en strafte de "agresseurs" op gevoelige wijze.
Zo eindigde in 1765 een verhitte kermismaandag in Voerendaal.

Reageer



Jaarmarkt en Kermis

De jaarmarkt was in de middeleeuwen het moment waarop gelovigen samen kwamen ter verering van de patroonheilige of de kerk van de betreffende plaats. Tijdens de jaarmarkt werd een speciale kerkmis gehouden, een woord dat later verbasterde in 'kermis'. Daarnaast was het ook een dag van vermaak. Vaak vonden er optredens plaats van bijvoorbeeld toneelspelers en zang- en muziekgroepen. Bovendien bracht de kermis handel met zich mee, waardoor mensen er van alles konden kopen. Eeuwenlang werd de kermis bezocht door mensen uit alle sociale klassen.

Bovenstaande is een citaat uit de publicatie: "Opkomst en ondergang van de Nederlandse kermis".

Voorstelling van een 18e eeuwse kermis in Groningen
door Anton Pieck.


Familievete?

Er zijn aanwijzingen dat de vechtersbazen Joannes Peter Meyers en Joannes (Jan) Vernaus elkaar goed kende.
Joannes Petrus Meyers, (geboren 1743, overleden 11-4-1818) zoon van Joannes Meyers en Anna Quadvlieg, huwt op 18 september 1768 Maria Margaretha Vernaus. Ene Joannes Vernaus is getuige bij dit huwelijk.
Maria Margaretha Vernaus, (geboren op 15 september 1744, overleden 28-4-1791) was de dochter van Joannes Vernaus (ovl.6-1-1761) en Barbara Doutzenbergh (ovl.17-3-1773).Er is echter geen bewijs dat dit echtpaar ook een zoon Joannes had. Wel komen we een Joannes Naus tegen als zoon van Joannes Naus en Ida Moulen.
Mogelijk waren Jan Vernaus en Maria Margaretha Vernaus neef en nicht of misschien zelfs broer en zus.